In de Tsjechische stad Bystřice pod Hostýnem opende Michael Thonet samen met zijn zoons in 1861 een fabriek voor houten meubelen. Deze fabriek behoort vandaag de dag tot een van de oudste fabrieken ter wereld. De fabriek was gelegen in het midden van een beukenbos, een enorm tactische plaats aangezien de fabriek omringt werd door materiaal voor de stoelen, waardoor de transport- en arbeidskosten beperkt bleven. De fabriek deed het ontzettend goed, reeds tien jaar na de opening werden er jaarlijks driehonderdduizend meubelen gemaakt en de fabriek bleef groeien en groeien. Het bedrijf telde in 1912 tweeduizend man personeel en produceerde ruim vierhonderdduizend stoelen. Thonet en zijn familie besloten vakscholen op te richten voor houtbewerking. Hiernaast was de familie zeer ondernemend, ze richtten ook kleuterscholen en een casino op en waren betrokken bij de aanleg van een spoorweg.